Bestuurlijk Stockholmsyndroom zorgkoepels bij VWS en NZa

StockholmsyndroomWat hebben het Integraal Zorgakkoord van het ministerie van VWS en het door de Nederlandse Zorgautoriteit(NZa) gelanceerde nieuwe bekostigingsmodel voor de GGZ gemeen? Bij beide zaken ontstond veel ophef en bij beide zaken waren veel zorgkoepels betrokken die eerder dicht tegen VWS en Nza aan schurkten dan hun achterban dienden. Voor wat betreft het Integraal Zorgakkoord(IZA) waren er meerdere gesprekspartijen die uiteindelijk niet tekenden. Bij het nieuwe bekostigingsmodel voor de GGZ gingen veel zorgkoepels eigenlijk op voorhand akkoord met de mega zorgdata-honger van de NZa. Die wil zonder toestemming van de cliënt alle antwoorden op zeer vergaande HONOS+ vragenlijsten hebben. VWS en NZa hadden beiden een lang voortraject opgetuigd waarin allerlei zorgkoepels mee overlegden. Daardoor ontstond een soort identificatie met de organiserende partij, waarbij het moeilijk is om je regelmatig los te maken van die partij en even afstand te nemen. Je kunt hierin duidelijk het zogenaamde Stockholmsyndroom herkennen.

Stockholmsyndroom(1)

Voor de beschrijving ervan gebruik ik een deel van het lemma erover op Wikipedia.

Het Stockholmsyndroom is het psychologisch verschijnsel dat soms optreedt tijdens een gijzeling. Het verschijnsel houdt in dat de gegijzelde sympathie voor de gijzelnemer krijgt. De benaming komt van de Norrmalmstorg-overval op de Kreditbanken aan het Norrmalmstorg in Stockholm en de daaropvolgende gijzeling van 23 tot 28 augustus 1973. De gegijzelden namen het voor hun gijzelnemers op, zelfs nog ná de zesdaagse gijzeling. Tijdens de verhoren hielden ze zich in ten voordele van de gijzelnemers. De criminoloog en psychiater Nils Bejerot, die de politie toen bijstond, gaf uiteindelijk de naam aan dit verschijnsel.

Stockholmsyndroom(2)

Aangenomen wordt dat het stockholmsyndroom tot ontwikkeling kan komen in een omstandigheid waar de gijzelnemer absolute controle over de gegijzelden kan uitoefenen en binnen die absolute controle voorziet in de basisbehoeften van het slachtoffer, bijvoorbeeld door het geven van voedsel of beschutting. Voor buitenstaanders is dit een paradoxale situatie, omdat het ook bij de gegijzelde bekend is dat hij zich slechts in een afhankelijke situatie bevindt als gevolg van de acties van de gijzelnemer.

VWS en NZa als “gijzelnemers”

Het lijkt in eerste instantie absurd om het ministerie van VWS en de NZa als gijzelnemer te zien, maar toch zijn er duidelijke parallellen met een gijzeling. Bijna alle deelnemende zorgkoepels hebben een afhankelijkheidsrelatie met VWS. Waarbij de ene partij, zoals de zorgverzekeraars, meer vrijheid heeft dan de andere, bijv. de ouderenzorg of de huisartsen. Door het langdurige karakter van de overlegprocedures over het IZA en bij de NZa over het bekostigingsmodel voor de GGZ gaat er langzamerhand een soort lotsverbondenheid ontstaan tussen de organiserende en de deelnemende partijen. Daarbij ontstaat een sfeer van “samen de schouders eronder zetten” en “we moeten er hoe dan ook samen uitkomen”. Met een eindtijdstip dat door organiserend VWS c.q. NZa bepaald is. Als de deelnemende zorgkoepels niet af en toe een stap achterwaarts doen en met hun leden de tussentijdse stand bekijken zijn alle ingrediënten voor het Stockholmsyndroom aanwezig.

Geen gelijkwaardige partijen

Het is zo dat sinds het ingaan van de zorgverzekeringswet in 2006 er een verticale relatie bestaat tussen VWS, daaronder de zorgverzekeraars en daar weer onder de zorgverleners. Voor 2006 was er een driehoeksverhouding tussen VWS, zorgverzekeraars en zorgverleners met de patiënt centraal in die driehoek. Destijds waren er checks and balances die de partijen min of meer in evenwicht hielden. Door die verandering in de onderlinge verhoudingen is er binnen overlegsituaties van die partijen met de overheid overduidelijk geen gelijkwaardigheid meer. Men zit bij elkaar aan tafel, maar het ministerie dicteert de grote lijnen. De zorgverzekeraars voeren die uit met eigenstandige beslissingskaders en de zorgverleners worden geacht zorg te verlenen. Zorgverleners zijn daardoor van twee dingen afhankelijk. Ten eerste of het ministerie of NZa op een voor alle partijen adequate monitoring van de beslissingen toeziet EN ingrijpt. Ten tweede of de zorgverzekeraars daadwerkelijk uitvoeren wat ze beloven.

“Klokkenluiders”

Bij het IZA zien we dat de Landelijke HuisartsenVereniging verstandig eraan heeft gedaan de leden uitgebreid te raadplegen en besloot om het zorgakkoord niet te tekenen in nauw overleg met de ledenraad. Gelukkig keerde de Vereniging van Praktijk houdende Huisartsen terug van een dwaling haars weegs door na aanvankelijke toezegging toch niet te tekenen. Bij de regeling voor de bekostiging van de GGZ waren het verontruste zorgverleners en cliënten die de onwenselijkheid van het op grote schaal verzamelen van antwoorden op de HONOS+ vragenlijsten door de NZa aan de kaak stelden. Waarna enkele zorgkoepels van zorgverleners in de GGZ ook afstand namen EN de Autoriteit Persoonsgegevens wakker schrok.

Je hebt dus mensen nodig die aan de basis staan en die de besturen van zorgkoepels bij de les houden.

Het bestuurlijke Stockholmsyndroom kan vermeden worden als besturen tijdens lange overlegprocedures regelmatig even afstand nemen en hun leden tussentijds uitvoerig raadplegen.

W.J. Jongejan, 19september 2022

Afbeelding van Frank P. via Pixabay