eHealth: de nieuwe kleren van de keizer

kleren keizer

Een waar media-offensief is op dit moment gaande om eHealth te promoten. Het grote publiek, de zorgaanbieders, maar ook de leden van de Tweede Kamer worden bestookt met ronkende taal over de zegeningen van eHealth. Bedachte besparingen worden al ingeboekt. De indruk wordt gewekt dat eHealth “hot” is. Bij lezing van de brief aan de Tweede Kamerleden en de eerder gepubliceerde eHealth-monitor 2015 met als titel : “Tussen vonk en vlam” valt op dat er eigenlijk nog maar weinig substantieels bereikt is en dat het vooral gaat om het aanjagen/stimuleren. Het is woordgebruik dat herinneringen opwekt aan de stimulering van het gebruik van het Landelijk SchakelPunt(LSP) door het ministerie van VWS in een recent verleden.

Sprookje

Wie kent het sprookje van de nieuwe kleren van de keizer niet, gepubliceerd door Hans Christiaan Andersen in 1837. De modebewuste keizer, die alle trends volgde en blasé geworden was, laat zich door enkele bedriegers wijsmaken dat hij onzichtbare kleren krijgt, die alleen hij zelf ziet. Zijn onderdanen durven er niets over te zeggen ook al loopt hij naakt rond. Tot een kind zegt dat de keizer in zijn blootje loopt en de bedriegers ontmaskert. Alle onderdanen lachen hem uit en de koning weet niets beters dan trots, maar wel naakt, door te lopen naar zijn paleis.

eHealth

De definitie ervan is: het gebruik van nieuwe informatie- en communicatietechnologieën, met name internettechnologie, om gezondheid en gezondheidszorg te ondersteunen of te verbeteren (Van Rijen et al., 2002). Veel vormen van gebruik van ICT vallen in de zorg onder het begrip eHealth. Patiëntportalen(afspraken, herhaalmedicatie en e-consulten), medische apps voor de smartphone, zorg op afstand valt er onder. Het is de zogenaamde laag-complexe zorg . Op 5 oktober j.l. heeft minister Schippers van VWS aangekondigd 127 miljoen euro uit te geven aan duurzame medisch technologische innovatie, zowel ten behoeve van de hoog-complexe zorg als voor de laagcomplexe. Geld dat ook naar eHealth gaat.

Weinig progressie

Zowel in de brief aan de Tweede Kamer, als uit de eHealth-monitor blijkt al snel dat er eigenlijk nog maar weinig bereikt is met eHealth. De minister constateert dat introductie van innovatieve geneesmiddelen en behandelingen bijna vanzelf gaan, maar dat de eHealth onvoldoende van de grond komt. Ook de titel van de eHealth-monitor “Tussen vonk en vlam” is in dat kader veelbetekenend.

VWS wil vasthouden aan de inmiddels al weinig realistisch gebleken doelstellingen die op 2 juli 2014 geformuleerd werden, namelijk:

  • Tenminste 80 % van de chronisch zieken en 40% van de overige Nederlanders moeten toegang hebben tot hun medische gegevens in 2019
  • 75% van de chronische zieken en kwetsbare ouderen moeten zelfstandig metingen kunnen uitvoeren in combinatie met monitoring op afstand
  • Iedereen met zorg en ondersteuning thuis moet in 2019 desgewenst via een beeldscherm 24 uur per dag met een zorgverlener kunnen communiceren.

De minister constateert zelf al dat er nog weinig bereikt is, want even later staat in de Kamerbrief in de zogenaamde nulmeting uit 2015:

  • Slechts 10 % van de chronische zieken heeft inzage gehad in de eigen medische gegevens
  • 40% van de chronische zieken voert zelfstandig metingen uit, terwijl het elektronisch delen van die data met de arts slechts bij 7 % van chronisch zieken en 13% van de kwetsbare ouderen voorkomt.
  • Slechts 5 % van de mensen die thuis zorg ontvingen in 2014 konden met een beeldscherm contact maken met een zorgverlener.

Het moge duidelijk zijn dat de doelstellingen weinig realistisch zijn gezien de omvang en het beoogde tijdspad. Voorbijgegaan wordt aan zaken die al lang bekend zijn. Apps kunnen wel van alles meten maar veel verkregen metingen zijn zeer vaak niet gevalideerd en daardoor moeilijk in te passen in ICT-systemen waar wel-gevalideerde uitslagen van laboratoria zitten. Telezorg of zorg op afstand (met beeldschermen) lijkt theoretisch heel aardig maar blijkt nergens echt goed te landen ondanks intensieve stimulatie. 25 % van de ouderen heeft geen internet-ervaring. Bovendien moet eHealth uitnodigen tot gebruik en dat is zeker bij patiëntportalen vaak niet het geval. Bovendien missen mensen bij allerlei elektronische voorzieningen het gewone, warme, intermenselijke contact.

Ronkende toon

De toon in alle stukken van het ministerie en van NICTIZ is dat zoveel dingen technisch mogelijk zijn en dat het zo jammer is dat het allemaal nog niet of onvoldoende gerealiseerd is. Daarbij wordt veelvuldig naar het werkveld en de beroepsorganisaties gewezen, waarbij woorden als koudwatervrees en weerstand vallen. Het aanbieden van de eHealthmonitor en de daaropvolgende Kamerbrief is met het nodige mediaspektakel begeleid. Krant, tv-journaal, radio en internet stonden opeens vol van wat er allemaal al niet kan met handige apps en slimme ICT-toepassingen, die zoals eerder gemeld nog niet bepaald gemeengoed zin. Er is sprake van een PR-matig verwachtingsmanagement, waarbij de indruk gewekt wordt dat het er allemaal kan zijn als de zorgverleners maar doorpakken. Het is dezelfde media-retoriek die we eerder zagen en zien rond de introductie van het gebruik van het LSP vanaf 2008. Ook toen werd een verwachting bij de burgers gewekt die niet aansloot bij de werkelijkheid. Het is een manier van top-down een bepaalde ontwikkeling te willen afdwingen die bottom-up langzaam tot stand komt. Vroeg of laat leidt die strategie tot grote problemen.

Helaas

Aan het einde van de brief wordt door de minister de indruk gewekt dat de zorgverleners moeilijk afscheid nemen van oude processen. Bedrijfseconomische argumenten worden er bij gehaald met de opmerking dat afschrijvingen op bestaande investeringen nieuwe ontwikkelingen in de weg staan. Deze opmerkingen voeden de gedachte dat het werkveld andere werkwijzen en technieken min of meer in de weg staat. Als er één gebied is in de zorg waar de ICT volledig en snel zijn intrede heeft gedaan is het de huisartsgeneeskunde wel geweest. Veel sectoren in de zorg lopen qua automatiseringsgraad daar nog bij achter.

Ehealth is handig, nuttig en soms besparend als het van onderaf organisch groeit onder het motto ”Wat goed is komt vanzelf”. Het is weinig productief om het van boven af aan te jagen.

De huidige PR-strategie van het ministerie en het door haar gefinancierde NICTIZ rond eHealth creëert helaas een hoge verwachting zonder daadwerkelijke inhoud. De nieuwe kleren van de keizer dus, waar alleen de keizer in gelooft.

W.J. Jongejan