Sliepen LHV/KNMG bij internetconsultatie wetsontwerp spoedzorg?

sliepenOp 5 oktober 2023 verscheen op het online magazine Skipr het artikel: “Kuipers stuit op weerstand bij plannen gegevensuitwisseling acute zorg”. In het artikel staat dat de Landelijke huisartsenvereniging (LHV) en artsenfederatie KNMG tegen een op handen zijnde nieuwe wet ageren die zorgorganisaties wil verplichten bij spoed zorgdata beschikbaar te stellen. Het gaat daarbij om het Wetsvoorstel opvraagbaarheid gegevens voor spoedeisende zorg(Wogs). Die “verplicht opvraagbaar gemaakte gegevens” mogen alleen bepaalde zorgverleners inzien in geval van spoedeisende zorg. De Wogs heeft de bedoeling om een wettelijke grondslag te creëren voor het zonder toestemming opvraagbaar maken van medische gegevens van burgers in geval van spoed. Het wetsontwerp had minister Kuipers ingebracht in een internetconsultatieronde die van 3 juli 2023 t/m 3 september 2023 liep.  Bij het bekijken wie en welke organisaties een reactie op de Wogs gaven valt direct op dat daar de LHV en KNMGG niet bij zitten.

Wogs

De Wogs vormt een zogenaamde raamwet waarbij na parlementaire behandeling nadere invulling geschiedt via Algemene Maatregelen van Bestuur(AMvB’s). In dit wetsvoorstel koos de minister van VWS voor een regeling die er toe leidt dat per AMvB “aangewezen zorgaanbieders” het medisch beroepsgeheim verplicht moeten doorbreken in het kader van spoedeisende zorg. De grondslag daarvoor denkt men te creëren met de Wogs. Onder “aangewezen zorgaanbieders” verstaat men zorgaanbieders in de spoedeisende zorg. VWS acht het wenselijk dat de bij AMvB aangewezen benodigde gegevens zonder uitstel worden aangeleverd, maar in ieder geval binnen een tijdsframe van maximaal een half uur. Om te borgen dat de gegevens actueel zijn wil VWS met de Wogs dat de aangewezen gegevens in ieder geval binnen 24 uur nadat de zorgverlener ze onder zich heeft (dus na contact met de cliënt) opvraagbaar moeten zijn gemaakt. Om welke aangewezen zorgaanbieders het gaat zal in AMvB’s staan.

Reactie LHV en KNMG wel erg laat

De LHV heeft op haar website op 4 oktober een artikel gepost dat gaat over de reactie van de LHV en KNMG op de WOGS. De brief die beide organisaties gezamenlijk naar minister Kuipers van VWS stuurden heeft als datum 25 september 2023. Dat is ruim na de het sluiten van de internetconsultatieronde op 3 september. De LHV en KNMG hopen uiteraard dat door de publiciteit die hun reactie nu trekt op het ministerie van VWS toch wel enige invloed zal hebben. Toch is het niet slim om een dergelijke reactie pas bijna drie weken na de sluitingstermijn van de internetconsultatieronde wereldkundig te maken. Theoretisch zou VWS de reactie dus naast zich neer kunnen leggen. Gezien de maatschappelijke positie van de LHV en KNMG lijkt me dat niet verstandig.

LHV

De LHV schrijft dat zij de doelstelling van het wetsontwerp, snelle beschikbaarheid van zorgdata onderschrijft maar niet de wijze waarop de minister dat denkt te gaan doen.

“De manier waarop dit wetsvoorstel WOGS die beschikbaarheid van gegevens wil regelen, vinden wij onnodig ingewikkeld. Het voorstel legt een zware verplichting op aan zorgverleners om gegevens snel beschikbaar te kunnen stellen, en aan de raadplegende zorgverlener om zeker te stellen dat de patiënt geen mogelijke bezwaren heeft. 

Ook is nog veel onduidelijk over of deze verplichting voor alle betreffende zorgverleners überhaupt uitvoerbaar is. Daarnaast zien we een dergelijke verplichting als een beperking van het zelfbeschikkingsrecht van patiënten, waar dat met een opt-out beter geregeld is.”

KNMG(1)

Ook de KNMG onderschrijft de doelstellingen, maar heeft bezwaren tegen de manier waarop Kuipers het probleem wil oplossen. Ze acht de constructie juridisch en ethisch niet haalbaar.

“De KNMG heeft vooral bedenkingen bij de voorgestelde regeling omdat die naar onze mening te zeer indruist tegen de uitgangspunten van het medisch beroepsgeheim en het recht op privacy van de cliënt, zoals die voortvloeien uit de nationale en Europese wetgeving, waaronder artikel 8 EVRM. Een van de punten in dit verband is dat de in het wetsvoorstel voorgestelde mogelijkheid voor cliënten om ‘overwegende bedenkingen’ te uiten tegen het raadplegen van hun opvraagbaar gemaakte gegevens geen invulling geeft aan het in de nationale en Europese wetgeving verankerde principe van betekenisvolle zeggenschap voor cliënten over hun gegevens. Hieraan zou naar onze mening beter tegemoet worden gekomen door het moment van zeggenschap te verleggen naar het moment waarop de gegevens opvraagbaar worden gemaakt.”

KNMG(2)

Zij vervolgt:

“Constructie staat op gespannen voet met beroepsgeheim, recht op privacy en artikel 8 EVRM. De plicht voor zorgverleners om bepaalde gegevens opvraagbaar te maken, betekent een inbreuk op het medisch beroepsgeheim van de arts, c.q. op het recht op privacy van de cliënt. De arts wordt in beginsel immers verplicht om voor spoedeisende zorg gegevens prijs te geven die onder het medisch beroepsgeheim vallen en de cliënt heeft daar geen zeggenschap over. In het voorstel heeft de cliënt uitsluitend zeggenschap op het moment dat spoedeisende zorg wordt verleend: alleen dan moet de eventueel raadplegende zorgverlener bij de cliënt nagaan of deze ‘overwegende bedenkingen’ heeft tegen het raadplegen van de gegevens.

KNMG(3)

De KNMG zegt voorts over het verplicht doorbreken van het medisch beroepsgeheim in de Wogs:

“Het medisch beroepsgeheim dient zowel een algemeen als een individueel belang. Het algemene belang betreft de vrije toegankelijkheid van de zorg. Iedereen moet zich vrijelijk zonder angst tot een zorgverlener kunnen wenden zonder angst dat diens vertrouwelijke informatie met derden wordt gedeeld. Het individuele belang betreft het recht op privacy van de cliënt. Om te voorkomen dat het medisch beroepsgeheim wordt uitgehold, is het van belang dat de wetgever terughoudend is bij het in de wet opnemen van uitzonderingen op het beroepsgeheim. Dergelijke uitzonderingen behoren doelmatig en proportioneel te zijn”

Vervolgens concludeert de KNMG dat het met de Wogs doorbreken van het medisch beroepsgeheim noch doelmatig noch proportioneel is.

Belangrijke stellingname

We zien hier nu eindelijk een keer dat de KNMG (en LHV) bij alle aanstaande aantastingen van het medisch beroepsgeheim in recente wetsontwerpen stelling neemt en het medisch beroepsgeheim verdedigt. Ik schreef hierover op 28 februari 2023 al een overzicht over. Het kan zijn dat de KNMG veel tijd nodig had om haar reactie te componeren, samen met de LHV. Toch is het jammer dat ze dat dan niet deed binnen de termijn die staat voor de desbetreffende internetconsultatie. 31 personen, organisaties en instellingen deden dat wel.

W.J. Jongejan, 11 oktober 2023

Afbeelding van PublicDomainPictures via Pixabay