Berichten

Rupsje Nooitgenoeg NZa gaat onder druk een blaadje minder eten

rupsje nooitgenoeg

Niet zo prominent was in de nieuwsbrief van de Nederlandse Zorgautoriteit(NZa) op 23 november 2018  te zien dat binnenkort een zeer belangrijke verandering doorgevoerd wordt. De NZa maakte kenbaar dat per 15 april 2019 een wijziging plaats vindt in de inhoud van de Minimale DataSet(MDS) die zorggaanbieders in de specialistische geestelijke gezondheidszorg(GGZ) moeten aanleveren aan het DIS. Dat staat voor het Diagnose Behandel Combinatie(DBC) Informatie Systeem. Daarin slaat de NZa op persoonsniveau gegevens op over medische diagnoses en de behandeling. Ze stelt nu dat na 15 april het aanleveren van de hoofddiagnose volstaat. De informatie over diepere niveaus vraagt men dan niet meer op. Tegelijk meldt de NZa dat informatie over die diepere niveaus die de afgelopen jaren aangeleverd is niet meer voor verdere verwerking beschikbaar zal zijn. Let wel: hier schrijft de NZA niet dat die dat vernietigd worden, maar dat ze niet meer beschikbaar zijn. Het is een zeer beperkte aanpassing . Maar deze stap moet wel gezet zijn onder druk van een rechtszaak. Die betreft een eerdere weigering van de Autoriteit Persoonsgegevens om handhavend op te treden tegen de NZa inzake aanlevering van (zeer gedetailleerde) behandelinformatie op persoonsniveau bij het DIS.

Lees meer

VWS dreigt met de NZa-knoet bij stagnatie zorgclustermodel-pilot in GGZ

knoet

Het ministerie van VWS wil voor de bekostiging van de geestelijke gezondheidszorg(GGZ) een nieuw bekostigingsmodel introduceren. Het gaat om het zogeheten zorgclustermodel dat de bekostiging met gebruik van diagnose-behandelcombinaties(DBC’s) moet gaan vervangen. Alvorens tot deze systeemwijziging over te gaan is in 2017 een pilotproject gestart. Daar bleek weinig animo voor te bestaan, waardoor de Nederlandse Zorgautoriteit(NZa) zich genoodzaakt zag een aantal GGZ-instellingen te verplichten mee te doen. Ik berichtte hierover op 3 november 2017. Naar nu blijkt, leveren de al dan niet gedwongen GGZ-zorgverleners, onvoldoende informatie aan om de pilot enigszins zinvol te evalueren. Om die reden blijkt het ministerie van VWS nu met dwangmaatregelen van de NZa te dreigen. In een ledenbriefbrief van de Landelijke Vereniging van vrijgevestigde psychologen en psychotherapeuten(LVVP) is te lezen hoe belangrijk VWS de pilot vindt. Zij geeft aan dat de NZa -die de ontwikkeling van het nieuwe model begeleidt- de bevoegdheid heeft om eventueel handhavingsmaatregelen te treffen in de situatie dat een zorgaanbieder onverhoopt in gebreke blijft.

Lees meer

Laakbare traagheid handelsmerk Autoriteit Persoonsgegevens bij principiële kwesties

AP handelsmerk

Meerdere zeer principiële zaken, waarin van de Autoriteit Persoonsgegevens(AP) als toezichthouder een beslissend oordeel gevraagd wordt, slepen zich zeer lang voort. Daarbij lijkt het erop dat de AP alle, maar dan ook alle, mogelijkheden benut om geen oordeel te hoeven vellen over principiële zaken, dan wel probeert het oordeel over een bepaalde datum poogt te tillen. Daarbij doel ik specifiek op de ingangsdatum van de Algemene Gegevens Verordening(AVG): 25 mei.  Dat is over tien dagen. Ik doel daarbij op handhavingsverzoeken over de gedragscode zorgverzekeraars, ingediend  bij de rechtsvoorganger van het AP, het College Bescherming Persoonsgegevens(CBP) in maart 2015. Daarnaast die betreffende de verwerking van medische persoonsgegevens in het DIS( DBC Informatie Systeem), ingediend in mei 2015 , maar ook die over de onrechtmatige verzameling van Routine Outcome Monitoring(ROM) gegevens, ingediend in maart 2017.

Lees meer

NZa hanteert de knoet: verplicht meedoen aan pilot discutabel nieuw bekostigingsmodel GGZ

dwang

Gaat het niet goedschiks, dan maar kwaadschiks zal de Nederlandse Zorgautoriteit(NZa) gedacht hebben bij het besluit dat op 31 oktober 2017 op haar website gepubliceerd werd. Het gaat om de verplichting aan zorginstellingen in de geestelijke gezondheidszorg(GGZ) om deel te nemen aan de pilot van het beoogde nieuwe bekostigingsmodel in de GGZ en de forensische zorg(FZ) het zogenaamde Engelse model. Dit zogenaamde zorgclustermodel is in het Verenigd Koninkrijk bedacht maar wordt daar niet toegepast. Aan de pilot bleken tot heden bijna genoeg vrijgevestigde zorgverleners deel te nemen , maar een onvoldoende aantal instellingen. Deze zullen nu de dwang van de NZa gaan ondervinden. Niet alleen de instellingen, maar ook de ICT-bedrijven die dataextractie bij die GGZ-instellingen doen in het kader van het huidige financieringsmodel op basis van de Diagnose BehandelCombinaties(DBC’s) blijken onder die verplichting te vallen. Eén en ander staat te lezen in een brief aan die ICT-bedrijven d.d. 2 november 2017. Daarin staat ook dat de betrokken instellingen al op 30 oktober bericht hebben gekregen.

Lees meer

Aandacht voor privacy en uitvoerbaarheid in nieuwe bekostigingsmodel GGZ onbegrijpelijk laat

privacy

In een op 30 augustus 2017 gedateerde en op 12 september aan de Tweede Kamer gestuurde brief van de Nederlandse Zorgautoriteit(NZa) laat deze organisatie weten dat het met de pilots van het nieuwe bekostigingsmodel voor de Geestelijke GezondheidsZorg(GGZ) helemaal niet goed gaat. Ik berichtte al eerder over de te lage deelname waardoor een verplichting voor zorgaanbieders om mee te werken door de NZa in het vooruitzicht werd gesteld. In de brief geeft de voorzitter van de Raad van Bestuur, mevr. dr. M.J. Kaljouw dat duidelijk weer, maar daarnaast vermeldt zij dat door hen die wel meedoen te weinig data worden aangeleverd. Te weinig zorgclusters krijgt de NZa in begin van de pilot binnen. Het toegezegde aantal zorgclusters is nadrukkelijk onvoldoende in vergelijking met het aantal dat de NZa op basis van de nu beschikbare informatie denkt nodig te hebben. De brief van de NZa laat trouwens ook zien dat men aardig in tijdnood aan het komen is om met het zorgcluster bekostigingsmodel GGZ in 2020 mee te gaan betalen. Men noemt het ook wel het Engelse model, dat overigens in Engeland helemaal niet functioneert. In het voortraject gaat men er van uit dat een aantal zaken voor die tijd geregeld zijn, maar dat is geenszins het geval. Op enkele van die zaken ga ik hieronder in. Triest is dat men bezig is dit model te ontwikkelen, maar dat pas in de loop van het concreet maken van het model onderwerpen als privacy-bestendigheid en uitvoerbaarheid aan de orde komen. Dat zijn nu juist de zaken waarmee men dient te beginnen.

Lees meer