Weerstand tegen HONOS+(ROM)-lijsten opsturen naar NZa krijgt momentum

momentumPer 1 juli 2022 heeft de Nederlandse Zorgautoriteit(NZa) zorgverleners de geestelijke gezondheidszorg(GGZ) verplicht om grote hoeveelheden cliëntendata aan te leveren. Zulks in het kader van een nieuw GGZ-bekostigingsstelsel. Er ontstaat thans behoorlijk wat verzet tegen het aanleveren van die grote hoeveelheden zorgdata, met name van volledige door de cliënt ingevulde HONOS+ -vragenlijsten. Op Twitter en LinkedIn is duidelijk sprake van een zeer negatieve houding jegens de NZa vanwege de opgelegde verplichting. Patiënten, psychologen, psychotherapeuten en psychiaters roeren zich op deze media. Ze zijn verontwaardigd, dat de NZa ze wil verplichten zonder toestemming van de cliënt deze gevoelige patiënten-data, ook al is die informatie gepseudonimiseerd, op te sturen. Ze verbazen zich er ook over dat na de deconfiture van de Stichting Benchmark GGZ(SBG), die zonder toestemming ROM-data verzamelde, de NZa soortgelijke data weer zonder toestemming wil verzamelen. Het verzet lijkt een duidelijk momentum gekregen te hebben.

HONOS+=ROM

Al in 2017 publiceerde ik al over de plannen van de NZa om voor een nieuw bekostigingsmodel gebruik te gaan maken van ROM(Routine Outcome Monitoring)-data. Wat de NZa nu  de zorgverleners  o.a. vraagt betreft volledig ingevulde HONOS+-lijsten. Toen oordeelde de Algemene Rekenkamer al dat het gebruik van ROM-data voor een nieuw bekostigingsmodel voor de GGZ niet passend was. ROM-lijsten zijn, ook volgens de Algemene Rekenkamer per definitie subjectief en de informatie is vaak onvolledig. Voor het gebruik dat de NZa voor ogen heeft zou namelijk een voor- en nameting bij de therapie noodzakelijk zijn, aldus de Algemene Rekenkamer. Vaak ontbrak of de voor of de nameting, omdat bijv. de patiënt/cliënt de taal niet machtig is. In 2015 was er bij het SBG slechts in 47% van de gevallen sprake van aanlevering van een voor- en een nameting. Door ontbrekende informatie is de basis voor berekeningen van de NZa weg.

Nog meer kritiek op HONOS+ voor zorgprestatiemodel

In een publicatie(nummer 6 van Bêta-Prikkel) van Theo Broekman en Gerard Schippers in maart 2017 stellen dezen dat de één van de oorzaken van een gering verband tussen HONOS-scores en zorgconsumptie is. Dat komt vanzelfsprekend omdat de HONOS+ een instrument is om verschillende aspecten van ernst van psychopathologie en niet om zorgbehoeften/zorgconsumptie vast te leggen.

Eigenlijk zie je hier hetzelfde als bij het benchmark met ROM-gebeuren, namelijk dat een instrument dat voor iets heel anders bedoeld is gebruikt wordt voor een ongeschikte toepassing. Het ongeschikte instrument blijkt dan bovendien ook niet te passen in de foute nieuwe toepassing.

Ontbrekende informatie door privacyverklaring  

Wat op Twitter en LinkedIn ook duidelijk te merken is dat cliënten en zorgaanbiedersverleners zich bewust zijn van de mogelijkheid om gebruik te maken van de privacyverklaring om te voorkomen dat de HONOS+-lijst naar de NZa gestuurd wordt. Indien grote aantallen cliënten en dat ziet er nu wel naar uit, gebruik maken van de privacyverklaring ontvangt de NZa niet voldoende informatie om berekeningen op uit te gaan voeren.

Daarbij moet een ieder zich goed realiseren dat de privacyverklaring geen gunst is van de NZa aan de cliënt. Het is echter een recht dat de rechter in 2010 aan de cliënt gegeven heeft.

Doorbreking medisch beroepsgeheim

Waar gaat het volgens cliënten en de zorgverleners om in deze kwestie? Het gaat om het massaal doorbreken van het medisch beroepsgeheim. Dat waarborgt datgene wat in vertrouwen tussen beide is uitgewisseld. Door het zonder toestemming opsturen van gepseudonimiseerde HONOS+-lijsten richting NZa wordt het medisch beroepsgeheim doorbroken. Immers, pseudonimiseren vertraagt slechts het tot persoon herleiden van data en sluit het niet uit. Bovendien zegt de NZa dat het herleiden tot persoon ook mogelijk is als de NZa de verkregen data koppelt aan DIS-dta afkomstig van VEKTIS, het datawarehouse van de zorgverzekeraars. De NZa zegt die koppeling niet te willen doen en heeft door wat trucjes de mogelijkheid kleiner gemaakt, maar de mogelijkheid is er wel. Verdwijnt het medisch beroepsgeheim dan is ook het vertrouwen van de cliënt/patiënt in de zorgverlener verdwenen.

Aktiebereidheid aanwezig

Als ik de signalen op LinkedIn en Twitter in ogenschouw neem bestaat er een behoorlijke actiebereidheid onder de zorgverleners om zich tegen het opsturen van HONOS+-lijsten te gaan  verzetten. De roep om samen wat te doen lees je ook. Velen verbazen zich er ook over dat na het SBG-gebeuren er weer gedoe is met een verplichting om ROM-data op te moeten sturen. Mijn gevoel zegt dat de zorgverleners in de GGZ dit allemaal niet nog een keer over zich heen willen laten komen.

We gaan het zien.

W.J. Jongejan, 20 juli 2022

Afbeelding van alan9187 via Pixabay