Ernstige vorm van koffiedikkijken door NZa bij zorgprestatiemodel

koffiedikkijkenDe poging van de Nederlandse Zorgautoriteit(NZa) om met het zorgprestatiemodel  tot een ander GGZ-bekostigingsmodel te komen blijft boeiend. Ik schreef al vele malen op deze website over de keuze die de NZa maakte om dit model vorm te geven. De NZa doet dit middels het verplicht stellen aan GGZ-zorgverleners om alle antwoorden op HONOS-vragenlijsten, vallend onder het medisch beroepsgeheim, op te sturen aan de NZa. Na het proberen te misleiden van de Autoriteit Persoonsgegevens(AP) bij de adviesaanvraag daarover, keurde de AP het voornemen van de NZa onder beperkende voorwaarden toch goed op 20 december 2022. Op het internet blijkt een nadere reactie van de NZa richting AP vindbaar op ernstige kritiek van deze toezichthouder dd. 17 oktober 2022. Deze reactie dateert van 17 november 2022. Daaruit blijkt dat het zorgprestatiemodel verre van af is en men bij de NZa aan een ernstige vorm van koffiedikkijken doet.

Fake it until you make it

Het stuk van 16 pagina’s waarmee de NZa de AP uitlegt wat zij aan data nodig heeft en hoe lang zij die nodig denkt te hebben leest als een heel apart verhaal. Het gaat volledig uit van de veronderstelling dat de keuze voor het zorgprestatiemodel waarvoor verplichte aanlevering van alle antwoorden op HONOS-vragenlijsten nodig is een juiste is. Uit het stuk blijkt op meerdere punten dat er geen goede overeenkomst is tussen het door het model aangewezen zorgvraagtype en het type dat de behandelaar kiest. Er staat vermeldt dat bij een pilot het model in iets meer dan 50% hetzelfde zorgvraagtype kiest als de behandelaar. Een vergelijkbare afwijking blijkt ook te bestaan als het model aangeeft zeker te weten wat het meest waarschijnlijke zorgvraagtype is. Dat zijn bedroevend lage percentages. Dat wil men met allerlei statistische bewerkingen en toepassing van kunstmatige intelligentie/machine-learning verbeteren.

Verbeteren algoritmes?

Vervolgens komt de NZa dan met allerlei redenaties hoe zij door het verbeteren van gebruikte algoritmes middels allerlei machine-learning technieken(random probability forest) “slechts” een beperkte tijd, over 2022 en 2023, alle HONOS-antwoorden van alle GGZ-cliënten denkt nodig te hebben. En erna, over 2024 en 2025, in beperkte mate. De NZa geeft aan dan een relatief kleine monitorings-uitvraag nodig te hebben. De vraag is echter hoe klein klein is en hoe ze de selectie gaat realiseren bij zorgverleners. Na 2025 zegt de NZa slechts een zeer beperkte uitvraag te willen doen. Op meerdere plaatsen in het stuk spreekt de NZa naast het gebruik van een dynamisch algoritme over het gebruik van het ‘Britse algoritme’.

Nooit gebruikt in Verenigd Koninkrijk

Men doelt daarbij op het Britse zorgclustermodel-algoritme. Dat is inderdaad in het Verenigd Koninkrijk bedacht maar nooit toegepast. Daar ging men liever door met financiering van de GGZ met ‘block grants’(soort van lumpsum-financiering) dan met het zorgclustermodel.(Zie pag. 9 van publicatie Broekman en Schippers).

Gebruik zou te grote verschillen in betaling tussen zorgverleners geven. Ook het Royal College of Psychiatrists gaf in 2014 een vernietigend oordeel. Men beschouwde het systeem als niet-valide en onbetrouwbaar.

Inschatting tijdspad is een gok

De inschatting van het tijdspad door de NZa is gewoon een gok. Het is absoluut niet zeker of de NZa haar gestelde doelen binnen het door haar geschetste tijdsbestek haalt. Het stuk lezende is het zeker niet duidelijk of inderdaad aan het eind van de eerste twee jaar, dus eind 2023, er betrouwbare overeenkomsten zijn tussen de door de zorgvraagtypering en de door de zorgverlener beschreven type zorg. Het is ook absoluut niet duidelijk of men eind 2023 complexe zorgvragen bij mensen met een ernstige psychiatrisch aandoening goed kan herkennen op basis van de zorgvraagtypering met aangeleverde HONOS-antwoorden. Bij dit alles is het veel betekend om te bedenken dat de NZa al vanaf 2017 bezig is met het werk aan het zorgprestatiemodel en rond 2017/2018 een aantal pilots deed. Daar was de knoet voor nodig in de vorm van NZa-dreigementen met sancties om individuele zorgverleners en zorginstellingen te doen deelnemen.

Wat als tijdspad niet volstaat ?

Een zeer belangrijke vraag die gesteld moet worden is wat er gaat gebeuren als de een juiste zorgvraagtypering niet binnen de geschetste periode realiseerbaar blijkt te zijn. Het kan zijn dat het pas na nog meer jaren van HONOS-aanlevering gaat lukken. Evengoed is het zeer wel mogelijk dat het zorgprestatiemodel helemaal niet realiseerbaar blijkt te zijn ondanks gegoochel met algoritmes en machine-learning-technieken. De HONOS-vragenlijsten zijn nooit bedoeld om voor dit soort doeleinden gebruikt te worden. Veel zorgverleners uit de GGZ achten de HONOS-vragenlijsten drijfzand als het gaat om bekostiging van de GGZ.  Saillant is dat de Algemene Rekenkamer al in  2017 schreef: “Het meetinstrument dat door de partijen gekozen is om deze verschillen in kwaliteit inzichtelijk te maken, de ‘routine outcome monitoring’ (ROM), is volgens ons hiervoor niet geschikt.”

Even voor de duidelijkheid, HONOS-vragenlijsten zijn dat ROM-instrument waar de Algemene Rekenkamer op doelt.

Gevaar

Het gevaar bestaat dat, nu de AP de NZa toestemming heeft gegeven om over 2022 en 2023 de antwoorden op HONOS-vragenlijsten op te vragen, de NZa eind 2023 gaat zeggen langere tijd alle HONOS-vragenlijsten van alle GGZ-cliënten nodig te hebben. Het is voor de AP vrijwel onmogelijk om dan nee te zeggen. De NZa zal dan uiteraard stellen dat met een verbod al haar eerdere inspanningen volledig voor niets zijn geweest. Het gevaar bestaat dat met een doormodderende NZa er een steeds langere verlenging plaats vindt van de data-aanlevering.

Principieel onjuist

Ondanks alle bezwerende taal van de NZa en de AP moet het voor een ieder duidelijk zijn dat de NZa massaal het medisch beroepsgeheim wil doorbreken door het verplicht stellen van de HONOS-data aanlevering. Het gebruik van het zorgprestatiemodel is een keuze die zeer grote consequenties heeft voor het vertrouwen van cliënten in de GGZ in hun zorgverleners. Juridisch verzet tegen het voornemen van de NZa is geboden.

Waar de NZa nu mee bezig is beschouw ik als een ernstige vorm van koffiedikkijken.

W.J. Jongejan, 27 januari 2023

Afbeelding van Hannoversche Kaffeemanufaktur via Pixabay