Ordinair lobbywerk oorzaak curieuze publicatie over zorgmacht huisartsen

pharmaceutical lobby

Op 30 maart j.l. presenteerde het instituut Beleid en Management Gezondheidszorg(iBMG), onderdeel van de Erasmus Universiteit Rotterdam, een publicatie genaamd: “Goede zorginkoop vergt gezonde machtsverhoudingen”. Het werd gepresenteerd op het 16eAmCham zorgforum in Den Haag. Het onderzoek van het iBMG, dat ten grondslag lag aan de publicatie, gebeurde in opdracht van de farmaceutische afdeling van de Amerikaanse Kamer van Koophandel in Nederland (AmChamNL). Op de website www.skipr.nl stond op 30 maart een redactioneel artikel met de kop “Huisartsen zijn machtiger dan gedacht”.  Op basis van een volledig theoretisch economische redenatie zouden huisartsen een veel grotere marktmacht hebben dan de zorgverzekeraars. Omdat het vertrouwen tussen huisarts en patiënt veel groter is dan tussen zorgverzekeraar en patiënt zouden de zorgverzekeraars niet om een contract met de gevestigde huisartsen heen kunnen. Er is echter een duidelijk verschil tussen een theoretisch economisch betoog en de door de zorgpartijen ervaren machtsverhoudingen. Het rapport haalde ook de nieuwsrubriek van Medisch Contact, maar opvallend genoeg niet de landelijke dagbladen of andere Nederlandse nieuwsmedia. Bij het verschijnen van dergelijke curieuze artikelen met een aparte financiering, dringt zich de vraag van het waarom der dingen op.

Curieus

In een commentaar dat ik schreef op het bericht op Medisch Contact vroeg ik mij af waarom de farmaceutische afdeling van de AmChamNL onderzoek zou financieren. Zij zouden toch moeten en kunnen weten dat de prescriptievrijheid van geneesmiddelen in Nederland door (huis)artsen de laatste 15 jaar door de overheid en zorgverzekeraars sterk aan banden is gelegd. Denk aan generieke substitutie, preferentieel voorschrijfbeleid en het strakkere overheidsbeleid ten aanzien van apothekers. Ik stelde mij daarom de vraag of men zo naïef was bij de AmCham Nederland of dat er misschien een andere agenda is. Dat laatste blijkt het geval.

Mission Statement

Op de website van de farmaceutische afdeling van de AmChamNL staat een mission statement met “priority points” waaruit duidelijk wordt waar de grote farmaceutische bedrijven van Amerikaanse snit nu precies op uit zijn. Het gaat daarbij om Abbott, Amgen, AstraZeneca, Biogen Idec International BV, Bristol-Myers Squibb, Celgene B.V, Eli Lilly, Genzyme, Gilead Sciences Netherlands B.V., GlaxoSmithKline, Janssen B.V., Merck Sharp & Dohme BV (MSD BV) en Pfizer BV. Het document dateert van 2010 en schetst een hen ongunstig overheidsbeleid met restricties ten aanzien van voorschrijven en vergoedingen, lange goedkeuringstermijnen en nog meer negatief ervaren punten. Allemaal redenen voor hen om te praten over een ongunstig marktintroductie- en research&development- klimaat.

Doelen

In de mission statement staan op sheet vijf de doelen gesteld, die men wil bereiken:

  • Het garanderen van een brede, tijdige en optimale toelating van innovatieve geneesmiddelen
  • Het garanderen van een gezond en positief innovatieklimaat met een focus op farmaceutica
  • Het garanderen van een gunstig zakelijk klimaat voorde handel met de Verenigde Staten
  • Het garanderen van een gunstig reseach&development-klimaat

Op sheet zes zet men de strategie uiteen. Op sheet zeven staat dan weer de uitwerking daarvan. Om die strategie uit te voeren zocht men contact met het welbekende Instituut Clingendael dat als een denktank fungeert ten aanzien van Nederlands overheidsbeleid. Men zet een Yearly European Health Care Forum op met dit instituut, waarbij honderd stakeholders uit de gezondheidszorg uitnodigingen krijgen. Het Rotterdams onderzoeksinstituut iBMG benadert men voor gesponsord onderzoek. Vijf en dertigduizend euro per jaar trekt men uit voor de Clingendael conferenties. Daarnaast nog vijf en zeventig duizend euro om de dokters te beïnvloeden, ook wel “physician empowerment” genoemd. Dat allemaal conform het prijspeil 2010.

Lobbywerk

Wat hier gebeurt, is ordinair lobbywerk waarbij het bij de onderzoeksresultaten niet direct duidelijk is wie nu precies waar belang bij heeft. Bij dat lobbywerk schuwt men niet dezelfde tactiek als de banken vlak voor laatste financiële crisis te gebruiken. De mission statement spreekt over mogelijk verlies van hoogwaardige werkgelegenheid in de farmaceutische industrie in Nederland en over het switchen van de aandacht naar andere markten en mogelijke afname van investeringen. Het is de vraag waarom het onderzoeksinstituut Clingendael en het iBMG zich voor dit overduidelijke lobby-karretje hebben laten spannen. Uiteraard zal het argument wel zijn dat men externe financiers nodig heeft om het hoofd boven water te houden. Een meer kritische blik had deze organisaties gesierd.

Marktmacht en marktcontrole

Het artikel van iBMG gaat overigens nergens over prescriptie van medicatie en handelt eigenlijk alleen over hoe de verschillende actoren in de zorg theoretisch gezien tegenover elkaar staan. Het gaat dan ook voor een belangrijk deel ook over het handelen en ook het eventuele niet-handelen van de Autoriteit Consument en Markt(ACM) en de gevolgen daarvan. De ACM speelt soms een vreemde rol in de zorg. Door een miljoenenboete heeft zij een aantal jaren de Landelijke Huisartsen Vereniging gemuilkorfd. De rechter deed recent uitspraak dat die boete volkomen onterecht was. Thans zegt de ACM bestaande regels anders uit te leggen waardoor samenwerking in de huisartsenzorg niet altijd als kartelvorming wordt gezien.

Zielig

Als een nieuwsmedium in de zorg zoals www.skipr.nl exclusief verslag doet van zo’n Clingendael-conferentie is het natuurlijk voor hen uit pr-oogpunt aanlokkelijk stukken uit het rapport te benadrukken, daarbij bepaalde beroepsgroepen in de zorg weer eens de zwarte piet toespelend. SKIPR brengt dat op 30 maart met de kop “Huisartsen zijn machtiger dan gedacht”. Hierop reageren drie critici, waaronder schrijver dezes. Prompt verschijnt diezelfde dag over hetzelfde onderwerp een tweede artikel met de kop “Zorgverzekeraar is minder machtig dan gedacht “. Het is een wel erg opzichtige poging negatieve kritiek te proberen te verdunnen.

Maar ja, in de zorg is alles mogelijk en is niets wat het lijkt te zijn.

W.J. Jongejan